Landschapspark Martenastate in Koarnjum wordt uitgebreid

Martenastate in Koarnjum – thans bestaande uit een landschapspark, stinzenflorabos en –singel,
bijzondere opstallen zoals state, koetshuis en Túnmanswente – zal een royale uitbreiding ondergaan.
De naastgelegen boerderij aan de Martenawei 4 en het volledige perceel zullen worden toegevoegd
aan het bezit van Stichting Martenastate. Deze uitbreiding wordt mede mogelijk gemaakt door de
heer en mevrouw Willem van Riemsdijk en Trudy van Riemsdijk – Zandee.

Met deze aankoop worden meerdere historische banden hersteld. De laatste adellijke bewoner van
Martenastate, jonkheer Duco van Martena van Burmania Vegilin van Claerbergen, verhuurde de
boerderij op deze plek in 1893 aan de grootvader van de heer Erik Hettinga, de laatste actieve boer
alhier die deze plek inmiddels heeft verruild voor een nieuwe locatie richting Britsum.

Het toegevoegde gebied wordt veranderd in een natuurinclusieve plek waar mens en natuur
samenkomen. In de boerderijschuur zullen naar verwachting na restauratie enkele
woonappartementen worden gerealiseerd, terwijl het grootste deel van het perceel zal worden
vergroend tot een inheemse bloemenweide met een zeer hoge biodiversiteit, die via natuurlijke
belevingspaden in openbare verbinding zal staan met het huidige landschapspark van Martenastate.
De nieuwe locatie krijgt de naam Martena Zathe.

Op deze karakteristieke plek in Koarnjum zullen verleden, heden en toekomst op verantwoorde wijze met elkaar worden verbonden. Een bezoek aan Martenastate wordt vanwege de ontstane
verscheidenheid aan landschapstypes nu nog attractiever voor een ieder uit de wijde omgeving.
Het bestuur van Stichting Martenastate, bij monde van voorzitter Henk Buith, toont zich uiterst
dankbaar jegens het echtpaar Van Riemsdijk. Deze historische plek met bewoning sedert de 15e
eeuw zal door hun toedoen een kwalitatieve impuls kunnen ondergaan.

Voor de financiering van enkele resterende onderdelen van het plan, waaronder de volledige
vergroening van het terrein, zal nog een beroep worden gedaan op provinciale en landelijke
vermogensfondsen, overheden en particulieren.